Hoge Raad, 12-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1540, 14/06052
Hoge Raad, 12-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1540, 14/06052
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 juni 2015
- Datum publicatie
- 12 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1540
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:8029
- Zaaknummer
- 14/06052
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
12 juni 2015
Nr. 14/06052
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 oktober 2014, nrs. 13/00240 tot en met 13/00242, betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2005 opgelegde navorderingsaanslag en voor de jaren 2006 en 2007 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2015.