Hoge Raad, 30-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:164, 14/02977
Hoge Raad, 30-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:164, 14/02977
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 30 januari 2015
- Datum publicatie
- 30 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:164
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:1588
- Zaaknummer
- 14/02977
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
30 januari 2015
Nr. 14/02977
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 1 mei 2014, nr. 13/00541, betreffende de aan belanghebbende over de periode 21 november 2011 tot en met 9 november 2012 opgelegde naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de voorgestelde middelen geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de middelen klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2015.