Hoge Raad, 26-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1718, 12/00575
Hoge Raad, 26-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1718, 12/00575
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 26 juni 2015
- Datum publicatie
- 26 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1718
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2011:BV0109
- Zaaknummer
- 12/00575
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO, zie 10/02774.
Uitspraak
26 juni 2015
Nr. 12/00575
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 december 2011, nr. 09/00311, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/1427) betreffende een uitnodiging tot betaling van douanerechten.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
De Staatssecretaris heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, schriftelijk gereageerd op het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 3 juli 2014, gevoegde zaken Kamino International Logistics B.V. en Datema Hellmann Worldwide Logistics B.V., C‑129/13 en C‑130/13, ECLI:EU:C:2014:2041, BNB 2014/231. Nu de reactie bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 26 juni 2015, nr. 10/02774bis, ECLI:NL:HR:2015:1666, onderdeel 2.2).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.