Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1850, 15/00175
Hoge Raad, 10-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1850, 15/00175
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 juli 2015
- Datum publicatie
- 10 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1850
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:4896
- Zaaknummer
- 15/00175
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
10 juli 2015
Nr. 15/00175
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 27 november 2014, nr. 14/00333, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. 13/3836) betreffende een aan belanghebbende over de periode 18 februari 2010 tot en met 17 februari 2012 opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Blijkens een door de griffier van het Hof gestelde aantekening is een afschrift van die uitspraak aangetekend aan partijen verzonden op 27 november 2014.
Blijkens een door de griffier van de Hoge Raad op het beroepschrift in cassatie gestelde aantekening is dit beroepschrift op 13 januari 2015 ter griffie van de Hoge Raad binnengekomen.
Het beroepschrift in cassatie is derhalve niet ontvangen binnen de in artikel 6:7 Awb gestelde termijn van zes weken, die in het onderhavige geval eindigde op 8 januari 2015.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 22 januari 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de gemachtigde opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat het beroepschrift voor het einde van de beroepstermijn ter post is bezorgd, dan wel mee te delen waarom de beroepstermijn is overschreden. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Gelet op het hiervoor overwogene moet het beroep in cassatie niet-ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2015.