Home

Hoge Raad, 11-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2538, 15/01571

Hoge Raad, 11-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2538, 15/01571

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
11 september 2015
Datum publicatie
11 september 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:2538
Formele relaties
Zaaknummer
15/01571

Inhoudsindicatie

HR: art. 80a RO.

Uitspraak

11 september 2015

nr. 15/01571

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 maart 2015, nrs. 14/00364 en 14/00625, betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2010 en 2011 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2015.