Hoge Raad, 10-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:264, 13/00633
Hoge Raad, 10-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:264, 13/00633
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 februari 2015
- Datum publicatie
- 10 februari 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:264
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:2836, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARN:2012:BY5187
- Zaaknummer
- 13/00633
Inhoudsindicatie
Falende bewijsklacht dat vd door een passieve houding heeft “deelgenomen” aan een criminele organisatie. Van deelneming aan een criminele organisatie kan slechts dan sprake zijn, indien vd behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het binnen de organisatie bestaande oogmerk a.b.i. art. 140 Sr. Dat oordeel heeft het hof i.c. toereikend gemotiveerd. Ambtshalve: overschrijding redelijke termijn.
Uitspraak
10 februari 2015
Strafkamer
nr. S 13/00633
LBS/DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, zitting houdende te Arnhem, van 23 november 2012, nummer 24/001769-09, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P.T.C. van Kampen, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de opgelegde straf, tot vermindering daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2 Beoordeling van het eerste, het tweede, het vierde en het vijfde middel
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beoordeling van het derde middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft - gezien art. 81, eerste lid, RO, en HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:253 - geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.