Hoge Raad, 27-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3392, 15/00131
Hoge Raad, 27-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3392, 15/00131
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27 november 2015
- Datum publicatie
- 27 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:3392
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:4129
- Zaaknummer
- 15/00131
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
27 november 2015
Nr. 15/00131
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 26 november 2014, nrs. BK-14/00124 t/m BK-14/00133, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 13/1612; 13/1614 t/m 13/1616; 13/1618 t/m 13/1623) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 1990 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over het jaar 1991 opgelegde navorderingsaanslag in de vermogensbelasting, de voor de jaren 2001 tot en met 2008 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.