Home

Hoge Raad, 04-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3468, 15/03117

Hoge Raad, 04-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3468, 15/03117

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
4 december 2015
Datum publicatie
4 december 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:3468
Formele relaties
Zaaknummer
15/03117

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

4 december 2015

Nr. 15/03117

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 mei 2015, nr. 14/00562, betreffende een aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde voorlopige aanslag in de vennootschapsbelasting en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.

1. Het eerste geding in cassatie

De uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem (nr. 11/00501) is op het beroep van de Staatssecretaris van Financiën bij arrest van de Hoge Raad van 23 mei 2014, nr. 13/00280, ECLI:NL:HR:2014:1092, BNB 2014/174, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.

2. Het tweede geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs oordeel beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.

3 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

4 Beslissing