Hoge Raad, 11-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3551, 15/02073
Hoge Raad, 11-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3551, 15/02073
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 december 2015
- Datum publicatie
- 11 december 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:3551
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2735
- Zaaknummer
- 15/02073
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
11 december 2015
Nr. 15/02073
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 april 2015, nr. 14/00604, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 13/5264) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.