Hoge Raad, 18-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3590, 15/01335
Hoge Raad, 18-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3590, 15/01335
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 december 2015
- Datum publicatie
- 18 december 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:3590
- Formele relaties
- In sprongcassatie op: ECLI:NL:RBNHO:2015:1419
- Zaaknummer
- 15/01335
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
18 december 2015
Nr. 15/01335
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V., C.S. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 2 maart 2015, nr. HAA 14/2012, betreffende een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 5 oktober 2007, nr. 43268, ECLI:NL:HR:2007:AZ9098, BNB 2008/40, en HR 24 februari 2003, nr. C01/321, ECLI:NL:HR:2003:AF0193, NJ 2003/629).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.