Hoge Raad, 20-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:373, 14/01334
Hoge Raad, 20-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:373, 14/01334
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 februari 2015
- Datum publicatie
- 20 februari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:373
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:197
- Zaaknummer
- 14/01334
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
20 februari 2015
Nr. 14/01334
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 31 januari 2014, nr. 13/00505, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 12/583) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr. Y.E.J. Geradts, advocaat te Amsterdam.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.