Hoge Raad, 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:560, 14/02143
Hoge Raad, 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:560, 14/02143
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 maart 2015
- Datum publicatie
- 13 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:560
- Formele relaties
- Verwijzing naar: ECLI:NL:GHAMS:2015:5653
- Zaaknummer
- 14/02143
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Artikel 3.8 Wet IB 2001. Etikettering van een splitsbaar pand dat tot de aankoop door ondernemer door hem werd gehuurd en waarvan de benedenverdieping al binnen de onderneming werd gebruikt en de bovenverdieping leeg stond en vervolgens aan derden werd verhuurd. Was de bovenverdieping verplicht privévermogen? Bewijslastverdeling.
Uitspraak
13 maart 2015
nr. 14/02143
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 18 maart 2014, nr. BK-13/00506, op het hoger beroep van [X-Y] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 12/3620) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
De Staatssecretaris heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van ’s Hofs uitspraak
’s Hofs uitspraak kan niet in stand blijven op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 14/02141 uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht. Verwijzing moet volgen voor een onderzoek in volle omvang.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.