Hoge Raad, 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:574, 14/04101
Hoge Raad, 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:574, 14/04101
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 maart 2015
- Datum publicatie
- 13 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:574
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:3011
- Zaaknummer
- 14/04101
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
13 maart 2015
Nr. 14/04101
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 17 juli 2014, nr. 13/00311, betreffende een aan belanghebbende voor het jaar 2007 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting, de daarbij gegeven boetebeschikking alsmede de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2015.