Hoge Raad, 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:587, 14/02312
Hoge Raad, 13-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:587, 14/02312
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 maart 2015
- Datum publicatie
- 13 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:587
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:2579
- Zaaknummer
- 14/02312
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
13 maart 2015
Nr. 14/02312
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 maart 2014, nr. 13/00731, op het hoger beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Overijssel (nr. AWB 12/1164) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2012 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Geding in cassatie
Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Nu dit geschrift bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 18 oktober 2013, nr. 13/01234, ECLI:NL:HR:2013:915, BNB 2013/264).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.