Hoge Raad, 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:648, 14/02613
Hoge Raad, 20-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:648, 14/02613
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 maart 2015
- Datum publicatie
- 20 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:648
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:1257
- Zaaknummer
- 14/02613
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
20 maart 2015
Nr. 14/02613
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 10 april 2014, nrs. 13/00383 en 13/00384, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. AWB 12/3113 en 12/3114) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2007 en 2008 opgelegde aanslagen in de vennootschapsbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.