Hoge Raad, 16-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:69, 14/03698
Hoge Raad, 16-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:69, 14/03698
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 januari 2015
- Datum publicatie
- 16 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:69
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:1822
- Zaaknummer
- 14/03698
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
16 januari 2015
Nr. 14/03698
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 juni 2014, nr. 13/01064, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2007 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Het eerste geding in cassatie
De uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem is op het beroep van belanghebbende bij arrest van de Hoge Raad van 11 oktober 2013, nr. 12/01949, ECLI:NL:HR:2013:836, BNB 2013/256, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
2 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
3 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.