Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:816, 14/04092
Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:816, 14/04092
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 3 april 2015
- Datum publicatie
- 3 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:816
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:5891
- Zaaknummer
- 14/04092
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
3 april 2015
Nr. 14/04092
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 juli 2014, nr. 13/01250, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 13/2159) betreffende het door belanghebbende gedane verzoek om een veroordeling in de proceskosten.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.