Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:825, 14/04973
Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:825, 14/04973
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 3 april 2015
- Datum publicatie
- 3 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:825
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:6700
- Zaaknummer
- 14/04973
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
3 april 2015
Nr. 14/04973
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 augustus 2014, nr. 13/01064, betreffende een aan belanghebbende over de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting, de daarbij gegeven boetebeschikking alsmede de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
Bij aangetekende brief van 7 oktober 2014, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim te herstellen. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Nu herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2015.