Home

Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:830, 14/05011

Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:830, 14/05011

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
3 april 2015
Datum publicatie
3 april 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:830
Formele relaties
Zaaknummer
14/05011

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

3 april 2015

Nr. 14/05011

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 29 oktober 2014, nr. 13/00824, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslagen in de afvalstoffenheffing en de rioolheffing van de gemeente Venlo.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Blijkens een door de griffier van het Hof op het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van het Hof gestelde aantekening is een afschrift van dat proces‑verbaal aangetekend aan partijen verzonden op 21 augustus 2014.

Blijkens een door de griffier van het Hof op het beroepschrift in cassatie gestelde aantekening is dit beroepschrift op 5 oktober 2014 ter griffie van het Hof binnengekomen. De griffier van het Hof heeft het beroepschrift in cassatie op 6 oktober 2014 doorgezonden naar de Hoge Raad.

Het beroepschrift in cassatie is derhalve niet ontvangen binnen de in artikel 6:7 Awb gestelde termijn van zes weken, die in het onderhavige geval eindigde op 2 oktober 2014.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij brief van 29 januari 2015 in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat het beroepschrift voor het einde van de beroepstermijn ter post is bezorgd, dan wel mee te delen waarom de beroepstermijn is overschreden. Met hetgeen belanghebbende in zijn faxbrief van 20 februari 2015 aanvoert, is niet aannemelijk gemaakt dat het beroepschrift voor het einde van de beroepstermijn ter post is bezorgd. Het aangevoerde vormt voorts geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.

Gelet op het hiervoor overwogene moet het beroep in cassatie niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2015.