Home

Hoge Raad, 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1033, 15/04781

Hoge Raad, 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1033, 15/04781

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
3 juni 2016
Datum publicatie
3 juni 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:1033
Formele relaties
Zaaknummer
15/04781
Relevante informatie
Wet op de loonbelasting 1964 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 3

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

3 juni 2016

Nr. 15/04781

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. i.o. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 11 september 2015, nr. 12/00845, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Breda (nr. AWB 09/5477) betreffende de aan belanghebbende over het tijdvak 1 augustus 2007 tot en met 31 december 2007 opgelegde naheffingsaanslag loonheffingen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing