Home

Hoge Raad, 17-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1213, 15/04485

Hoge Raad, 17-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1213, 15/04485

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 juni 2016
Datum publicatie
17 juni 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:1213
Formele relaties
Zaaknummer
15/04485

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

17 juni 2016

Nr. 15/04485

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 21 augustus 2015, nrs. 14/00398 tot en met 14/00420, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 12/7167 tot en met AWB 12/7173, AWB 12/7175 tot en met AWB 12/7184, AWB 12/7186 tot en met AWB 12/7189, AWB 12/7191 en AWB 12/7192) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1993 tot en met 1997 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de voor de jaren 2001 en 2002 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over de jaren 1994 tot en met 1997 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij vijf middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing