Hoge Raad, 24-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1291, 16/00075
Hoge Raad, 24-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1291, 16/00075
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 juni 2016
- Datum publicatie
- 24 juni 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:1291
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:4779
- Zaaknummer
- 16/00075
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
24 juni 2016
Nr. 16/00075
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 26 november 2015, nr. 14/00660, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Limburg (nr. AWB 13/3791) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2013 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.