Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1347, 13/00975
Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1347, 13/00975
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 juli 2016
- Datum publicatie
- 8 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:1347
- Zaaknummer
- 13/00975
Inhoudsindicatie
Douanerechten; post 8519 van de GN. Tariefindeling van een elektrisch apparaat dat digitale geluidsbestanden ontvangt afkomstig van het wereldwijde web (internet) of van een lokaal netwerk en dat deze bestanden omzet in geluid en versterkt weergeeft door in het apparaat opgenomen luidsprekers (streamen); eindarrest na HvJ 17 maart 2016, Sonos Europe B.V., C-84/15, BNB 2016/120.
Uitspraak
8 juli 2016
nr. 13/00975bis
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van Sonos Europe B.V. te Hilversum (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 10 januari 2013, nrs. 11/00696, 11/00697 en 11/00698, na beantwoording van de door de Hoge Raad bij een arrest aan het Hof van Justitie van de Europese Unie gestelde vragen.
1 De loop van het geding in cassatie tot dusver
Voor een overzicht van het geding in cassatie tot aan het door de Hoge Raad in dit geding gewezen arrest van 13 februari 2015, nr. 13/00975, ECLI:NL:HR:2015:285, BNB 2015/71, wordt verwezen naar dat arrest, waarbij de Hoge Raad aan het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft verzocht een prejudiciële beslissing te geven over de in dat arrest geformuleerde vragen.
Bij arrest van 17 maart 2016, Sonos Europe B.V., C‑84/15, ECLI:EU:C:2016:184, BNB 2016/120, heeft het Hof van Justitie, uitspraak doende op die vragen, voor recht verklaard:
“De gecombineerde nomenclatuur zoals opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, in de versie die achtereenvolgens voortvloeit uit verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008 en verordening (EG) nr. 948/2009 van de Commissie van 30 september 2009, moet aldus worden uitgelegd dat een standalone toestel dat is ontworpen voor het ophalen, ontvangen en via streaming in de vorm van versterkt geluid weergeven van geluidsbestanden, zoals het toestel in het hoofdgeding, moet worden ingedeeld onder post 8519 van deze nomenclatuur, onder voorbehoud van de beoordeling door de verwijzende rechter van alle feitelijke elementen waarover hij beschikt.”
Zowel belanghebbende als de Staatssecretaris heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, schriftelijk gereageerd op dit arrest.
2 Nadere beoordeling van de middelen
Het Hof van Justitie heeft in het hiervoor onder 1 vermelde arrest geoordeeld dat de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: de GN) aldus moet worden uitgelegd dat een goed als de Zoneplayer, onder voorbehoud van de beoordeling door de verwijzende rechter van alle feitelijke gegevens waarover hij beschikt, moet worden ingedeeld onder post 8519 van de GN. Bij dit een en ander heeft het Hof van Justitie in aanmerking genomen dat de Zoneplayer is ontworpen om geluid, en meer in het bijzonder muziek, weer te geven, en dat deze aan de consument wordt aangeboden als een draadloos systeem voor de weergave van hifi stereogeluid, waaruit volgt dat het verbinden van de Zoneplayer met het netwerk enkel tot doel heeft deze in staat te stellen de functie uit te oefenen waarvoor hij is bedoeld. Voorts legt het Hof van Justitie post 8519 van de GN zo uit dat het enkele feit dat de bron van het geluid van de Zoneplayer niet afkomstig is van een intern geheugensysteem, niet uitsluit dat de Zoneplayer onder die post wordt ingedeeld. Naar het oordeel van het Hof van Justitie heeft de Zoneplayer slechts één functie, te weten het weergeven van geluid, zodat indeling onder post 8517 niet in aanmerking komt.
In reactie op het arrest van het Hof van Justitie wordt van de zijde van belanghebbende aangevoerd dat indeling van de Zoneplayer, gelet op de door de verwijzende rechter nog vast te stellen feiten, moet plaatsvinden onder post 8517 van de GN. Betoogd wordt dat de gegevens waarvan het Hof van Justitie is uitgegaan bij zijn oordeel dat uitsluitend post 8519 van de GN van toepassing is, niet - althans niet alle - betrekking hebben op de Zoneplayer. De objectieve kenmerken en eigenschappen van de Zoneplayer wijken, aldus belanghebbende in haar reactie, af van hetgeen het Hof van Justitie ten grondslag heeft gelegd aan zijn arrest, terwijl deze voldoende houvast bieden om de Zoneplayer in te delen onder post 8517 van de GN. Daarbij wijst belanghebbende in het bijzonder op de door het Hof van Justitie gebezigde aanduiding ‘standalone’ toestel, terwijl de Zoneplayer volgens belanghebbende niet ‘standalone’ werkt, maar – zoals in post 8517 van de GN bedoelde toestellen - alleen in verbinding met het internet of een (ander) netwerk.
In de reactie van belanghebbende worden geen feiten aangevoerd die niet door het Hof van Justitie in aanmerking zijn genomen bij het oordeel dat de Zoneplayer moet worden ingedeeld onder post 8519 van de GN. Het Hof van Justitie is uitgegaan van de door de Hoge Raad in zijn hiervoor onder 1 vermelde arrest van 13 februari 2015 vermelde beschrijving van (de werking van) de Zoneplayer en heeft daaruit, alsmede uit het gegeven dat de Zoneplayer aan de consument wordt aangeboden als een draadloos systeem voor de weergave van hifi stereogeluid – welk gegeven in de reactie van belanghebbende niet wordt weersproken – geconcludeerd dat de Zoneplayer als enige functie heeft het weergeven van geluid, zoals omschreven in post 8519 van de GN. Daarbij is het Hof van Justitie, anders dan in de reactie van belanghebbende wordt verondersteld, niet ervan uitgegaan dat de Zoneplayer een ‘standalone’ toestel is in die zin dat deze functioneert dan wel ook kan functioneren zonder verbinding met een netwerk (vgl. hiervoor de punten 42 en 47 van het arrest van het Hof van Justitie).
De middelen falen derhalve.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.