Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1421, 15/04232
Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1421, 15/04232
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 juli 2016
- Datum publicatie
- 8 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:1421
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:2175
- Zaaknummer
- 15/04232
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
8 juli 2016
Nr. 15/04232
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 4 augustus 2015, nr. BK-14/01516, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 14/795) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2011 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking en beschikking inzake heffingsrente, alsmede beschikkingen als bedoeld in de artikelen 20b, lid 1, en artikel 21a, lid 1, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.