Home

Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1422, 15/05630

Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1422, 15/05630

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
8 juli 2016
Datum publicatie
8 juli 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:1422
Formele relaties
Zaaknummer
15/05630
Relevante informatie
Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025] art. 3.8

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

8 juli 2016

Nr. 15/05630

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 20 oktober 2015, nr. 15/00096, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Het eerste geding in cassatie

De uitspraak van het Gerechtshof Den Haag is op het beroep van de Staatssecretaris bij arrest van de Hoge Raad van 13 maart 2015, nr. 14/02141, ECLI:NL:HR:2015:557, BNB 2015/105, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.

2 Het tweede geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

3 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Proceskosten

5 Beslissing