Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1428, 16/00529
Hoge Raad, 08-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1428, 16/00529
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 juli 2016
- Datum publicatie
- 8 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:1428
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:17
- Zaaknummer
- 16/00529
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
8 juli 2016
Nr. 16/00529
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 7 januari 2016, nrs. 15/00251 tot en met 15/00279, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van het Hof van 3 april 2015.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat het voorgestelde middel geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat het middel klaarblijkelijk niet tot cassatie kan leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2016.