Hoge Raad, 09-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2041, 16/02990
Hoge Raad, 09-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2041, 16/02990
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 september 2016
- Datum publicatie
- 9 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2041
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2016:1970
- Zaaknummer
- 16/02990
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
9 september 2016
Nr. 16/02990
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 28 april 2016, nr. 15/00617, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 14/2433) betreffende de aan belanghebbende in rekening gebrachte kosten van vervolging.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
Bij aangetekende brief van 14 juni 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim te herstellen. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Nu herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 september 2016.