Hoge Raad, 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2150, 16/02523
Hoge Raad, 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2150, 16/02523
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 september 2016
- Datum publicatie
- 23 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2150
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:2676
- Zaaknummer
- 16/02523
- Relevante informatie
- Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 17
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
23 september 2016
Nr. 16/02523
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 april 2016, nr. 14/00619, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 13/2395) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Borger-Odoorn voor het jaar 2013 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] .
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Borger-Odoorn heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.