Hoge Raad, 12-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:226, 15/02271
Hoge Raad, 12-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:226, 15/02271
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 februari 2016
- Datum publicatie
- 12 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:226
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2844
- Zaaknummer
- 15/02271
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
12 februari 2016
Nr. 15/02271
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 april 2015, nr. 14/00009, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. AWB 13/1194) betreffende de aan belanghebbende opgelegde aanslag in het recht van successie en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.