Hoge Raad, 14-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2299, 15/03097
Hoge Raad, 14-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2299, 15/03097
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 oktober 2016
- Datum publicatie
- 14 oktober 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2299
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:2650
- Zaaknummer
- 15/03097
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
14 oktober 2016
nr. 15/03097
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën (hierna: de Staatssecretaris) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 28 mei 2015, nr. 14/00419, op het hoger beroep van [X1] VOF, [X2], [X3], [X4] te [Z] (hierna: belanghebbenden) tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 13/3336) betreffende de ten aanzien van belanghebbenden genomen informatiebeschikkingen als bedoeld in artikel 52a, lid 1, van de AWR.
1 Geding in cassatie
De Staatssecretaris heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
Belanghebbenden hebben een verweerschrift ingediend. Zij hebben tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris heeft schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidentele beroep naar voren gebracht.
2 Beoordeling van het in het principale beroep voorgestelde middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beoordeling van het in het incidentele beroep voorgestelde middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.