Hoge Raad, 28-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2438, 16/00509
Hoge Raad, 28-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2438, 16/00509
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 oktober 2016
- Datum publicatie
- 28 oktober 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2438
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:11
- Zaaknummer
- 16/00509
- Relevante informatie
- Invorderingswet 1990 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 28c
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
28 oktober 2016
Nr. 16/00509
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 7 januari 2016, nr. 15/00842, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 12/970) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.