Hoge Raad, 19-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:254, 15/03058
Hoge Raad, 19-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:254, 15/03058
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 februari 2016
- Datum publicatie
- 19 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:254
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:3048
- Zaaknummer
- 15/03058
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
19 februari 2016
Nr. 15/03058
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 28 mei 2015, nr. 14/00575, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 13/3535) betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan overdrachtsbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.