Home

Hoge Raad, 15-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:26, 15/00182

Hoge Raad, 15-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:26, 15/00182

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 januari 2016
Datum publicatie
15 januari 2016
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:26
Formele relaties
Zaaknummer
15/00182

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

15 januari 2016

Nr. 15/00182

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 december 2014, nrs. 13/01176 tot en met 13/01196, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 12/7146 tot en met 12/7166) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1990 tot en met 1998 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, voor de jaren 1999 en 2000 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over de jaren 1991 tot en met 1999 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting en de voor het jaar 2000 opgelegde aanslag in de vermogensbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing