Hoge Raad, 18-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2608, 15/03733
Hoge Raad, 18-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2608, 15/03733
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 november 2016
- Datum publicatie
- 18 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2608
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:3057
- Zaaknummer
- 15/03733
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
18 november 2016
Nr. 15/03733
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 30 juni 2015, nrs. 12/00313 en 12/00314, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nrs. AWB 11/3012 en 11/3013) betreffende de aan belanghebbende over de tijdvakken juli 2008 tot en met december 2008 en januari 2009 tot en met juli 2009 opgelegde naheffingsaanslagen in de kansspelbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.