Hoge Raad, 25-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2674, 16/03397
Hoge Raad, 25-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2674, 16/03397
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 25 november 2016
- Datum publicatie
- 25 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2674
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2016:2027
- Zaaknummer
- 16/03397
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
25 november 2016
Nr. 16/03397
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 25 mei 2016, nr. 15/00591, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB HAA 14/3429) betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelasting voor het jaar 2014 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.