Hoge Raad, 16-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2868, 16/01806
Hoge Raad, 16-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2868, 16/01806
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 december 2016
- Datum publicatie
- 16 december 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2868
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2016:820
- Zaaknummer
- 16/01806
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
16 december 2016
Nr. 16/01806
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de erven van [A], gewoond hebbende te [Z] (hierna: belanghebbenden), tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 1 maart 2016, nr. 14/00101, op het hoger beroep van belanghebbenden tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 13/3741) betreffende een aan erflaatster opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbenden hebben tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij vier middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbenden hebben een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.