Hoge Raad, 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2937, 15/02136
Hoge Raad, 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2937, 15/02136
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 december 2016
- Datum publicatie
- 23 december 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2937
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:1379
- Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:RBZWB:2014:8360, Afwijzing
- Zaaknummer
- 15/02136
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
23 december 2016
nr. 15/02136
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 april 2015, nr. 14/01065, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 14/649) betreffende een aan belanghebbende gerichte schriftelijke mededeling inzake de motorrijtuigenbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.