Hoge Raad, 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2955, 16/01487
Hoge Raad, 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2955, 16/01487
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 december 2016
- Datum publicatie
- 23 december 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2955
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:1155
- Zaaknummer
- 16/01487
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
23 december 2016
nr. 16/01487
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 februari 2016, nr. 12/00441, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Arnhem (nr. AWB 10/3984) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2002 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.