Hoge Raad, 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:321, 15/04205
Hoge Raad, 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:321, 15/04205
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 26 februari 2016
- Datum publicatie
- 26 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:321
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:3549
- Zaaknummer
- 15/04205
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
26 februari 2016
Nr. 15/04205
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 30 juli 2015, nrs. 14/00412 en 14/00413, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. AWB 13/5125 en AWB 13/5126) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen en in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij één middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.