Hoge Raad, 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:434, 15/02274
Hoge Raad, 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:434, 15/02274
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 maart 2016
- Datum publicatie
- 18 maart 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:434
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2904
- Zaaknummer
- 15/02274
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
18 maart 2016
Nr. 15/02274
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 april 2015, nrs. 14/00790 tot en met 14/00792, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nrs. AWB LEE 13/1630, 13/1633 en 13/1636) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2011 en 2013 opgelegde aanslagen in de zuiveringsheffing.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een klacht aangevoerd.
Het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Hunze en Aa’s heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klacht
De klacht kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klacht niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.