Hoge Raad, 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:446, 15/04941
Hoge Raad, 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:446, 15/04941
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 maart 2016
- Datum publicatie
- 18 maart 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:446
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:7444
- Zaaknummer
- 15/04941
- Relevante informatie
- Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 17
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
18 maart 2016
Nr. 15/04941
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 oktober 2015, nr. 14/01208, betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2013 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2016.