Hoge Raad, 08-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:589, 15/04167
Hoge Raad, 08-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:589, 15/04167
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 april 2016
- Datum publicatie
- 8 april 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:589
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2913
- Zaaknummer
- 15/04167
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
8 april 2016
Nr. 15/04167
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 30 juli 2015, nr. 14/00480, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2016.