Hoge Raad, 22-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:95, 15/02139
Hoge Raad, 22-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:95, 15/02139
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 januari 2016
- Datum publicatie
- 22 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:95
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:1393
- Zaaknummer
- 15/02139
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
22 januari 2016
Nr. 15/02139
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 17 april 2015, nr. 14/00448, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Limburg (nr. AWB 13/1942) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2013 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] en de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslagen in de hondenbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.