Hoge Raad, 09-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1047, 17/00060
Hoge Raad, 09-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1047, 17/00060
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 juni 2017
- Datum publicatie
- 9 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:1047
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:9615
- Zaaknummer
- 17/00060
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
9 juni 2017
Nr. 17/00060
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 november 2016, nr. 15/00597, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Overijssel (nr. Awb 14/2408) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Zwolle voor het jaar 2014 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
Het dagelijks bestuur van het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn (hierna: het dagelijks bestuur) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het dagelijks bestuur heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.