Home

Hoge Raad, 16-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1100, 15/05864

Hoge Raad, 16-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1100, 15/05864

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
16 juni 2017
Datum publicatie
16 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1100
Formele relaties
Zaaknummer
15/05864
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 48

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

16 juni 2017

Nr. 15/05864

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 november 2015, nr. 13/01036, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 11/4683) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de accijns.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing