Hoge Raad, 30-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1181, 17/02255
Hoge Raad, 30-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1181, 17/02255
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 30 juni 2017
- Datum publicatie
- 30 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:1181
- Zaaknummer
- 17/02255
Inhoudsindicatie
HR verklaart het verzoek tot herziening n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
30 juni 2017
Nr. 17/02255
Arrest
gewezen op het verzoek van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 14 april 2017, nr. 16/03526, ECLI:NL:HR:2017:682.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening
De Hoge Raad is van oordeel dat het ingediende verzoek geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat het klaarblijkelijk niet tot herziening van voormeld arrest en derhalve niet tot cassatie kan leiden, aangezien het verzoekschrift geen feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119, lid 1, van de Awb behelst.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het verzoek niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2017.