Home

Hoge Raad, 07-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1256, 17/01270

Hoge Raad, 07-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1256, 17/01270

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
7 juli 2017
Datum publicatie
7 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1256
Formele relaties
Zaaknummer
17/01270
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 26

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

7 juli 2017

Nr. 17/01270

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 10 februari 2017, nr. 16/00245, betreffende de afwijzing van het verzoek tot inzage in het dossier ter zake van de aangifte erfbelasting voor de verkrijgingen uit de nalatenschap van [A].

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2017.