Home

Hoge Raad, 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:148, 16/03788

Hoge Raad, 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:148, 16/03788

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
3 februari 2017
Datum publicatie
3 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:148
Formele relaties
Zaaknummer
16/03788
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-03-2027] art. 4:17, Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025] art. 4.12

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

3 februari 2017

Nr. 16/03788

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 juni 2016, nr. 15/00613, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/1344) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door J. Berns en R. Ruiters, advocaten te Nijmegen .

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing