Hoge Raad, 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:149, 15/05832
Hoge Raad, 03-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:149, 15/05832
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 3 februari 2017
- Datum publicatie
- 3 februari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:149
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:8877
- Zaaknummer
- 15/05832
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
3 februari 2017
Nr. 15/05832
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 november 2015, nrs. 14/01253 tot en met 14/01256, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 14/414 en AWB 14/416 tot en met AWB 14/418) betreffende aan belanghebbende over de jaren 2007 tot en met 2010 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.