Home

Hoge Raad, 11-08-2017, ECLI:NL:HR:2017:1616, 17/01155

Hoge Raad, 11-08-2017, ECLI:NL:HR:2017:1616, 17/01155

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
11 augustus 2017
Datum publicatie
11 augustus 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1616
Formele relaties
Zaaknummer
17/01155

Inhoudsindicatie

HR: art. 80a RO.

Uitspraak

11 augustus 2017

nr. 17/01155

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 3 maart 2017, nr. 15/01355, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van het Hof van 30 mei 2016.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2017.